Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, enz.

 

Artikel XI Personeel
1
Het dienstverband tussen een bevoegd gezag dat met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet een of meer instellingen als bedoeld in artikel X in stand houdt, en een personeelslid dat de dag voorafgaande aan die datum in dienst is bij dat bevoegd gezag of diens rechtsvoorganger, blijft in stand met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet, indien dat dienstverband bij de school of scholen waaruit de instelling is ontstaan, gezien de op de dag voorafgaande aan die datum geldende regelingen voor de omvang van het personeel van die scholen, zou zijn gehandhaafd.
2
In afwijking van het eerste lid
a
benoemt het bevoegd gezag, bedoeld in dat lid, met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet, een van de directeuren van de scholen waaruit de instelling is ontstaan die op de dag voorafgaande aan die datum in dienst zijn bij het bevoegd gezag van die scholen, als directeur in algemene dienst en om werkzaam te zijn als directeur van die instelling, en
b
beëindigt het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet het dienstverband met de andere directeuren van de scholen waaruit de instelling is ontstaan die op de dag voorafgaande aan die datum in dienst zijn bij het bevoegd gezag van die scholen, en niet tot directeur van die instelling worden benoemd.
3
Het bevoegd gezag benoemt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet het personeel, bedoeld in het tweede lid, onder b, in functies waarvan het niveau en het carrièrepatroon zo veel mogelijk overeenkomt met het niveau en het carrièrepatroon dat is gegarandeerd in de oorspronkelijke functie, met dien verstande dat het niveau en het carrièrepatroon van de nieuwe functie ten minste gelijk zijn aan die van een normfunctie leraar.
4
Het tweede lid, aanhef en onder a, en het derde lid zijn niet van toepassing indien betrokkenen de wens te kennen geven niet voor een functie, als bedoeld in die leden, in aanmerking te willen komen.
5
De directeur van de instelling, bedoeld in het tweede lid, onder a, behoudt ten minste recht op salariëring volgens het functieniveau dat op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet voor hem gold dan wel op de maximumschaal die daarvoor reeds 2 jaar formatief voor hem aanwezig was. Indien voor de functie van directeur van die instelling een hogere maximumschaal gaat gelden dan die welke op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet voor de directeur gold dan wel formatief beschikbaar was, wordt hij vanaf die datum bezoldigd volgens het carrièrepatroon dat bij die hogere maximumschaal behoort en heeft hij bij de vaststelling van het salaris aanspraak op een bevorderingsperiodiek. Hij behoudt een blijvende aanspraak op de hogere maximumschaal, bedoeld in de vorige volzin, indien deze gedurende 3 achtereenvolgende schooljaren aan die instelling voor hem beschikbaar is geweest.
6
Indien een personeelslid als bedoeld in het tweede lid, onder b, wordt benoemd in een functie als bedoeld in het derde lid, behoudt hij ten minste aanspraak op salariëring volgens het functieniveau dat voor hem gold op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, in zijn functie als directeur van een school waaruit de instelling is ontstaan, of, indien hij 2 jaar of langer directeur is geweest van die school, de maximumschaal die op die dag reeds 2 jaar formatief voor hem aanwezig was indien deze maximumschaal hoger is dan het functieniveau dat voor hem gold op die dag.
7
Zolang het personeel, bedoeld in het derde lid, in dienst is van het bevoegd gezag van de instelling, vindt ten minste een verbruik van formatierekeneenheden plaats op basis van de functie en de maximumschaal waarvoor dat personeel een salarisgarantie heeft als bedoeld in het zesde lid.
8
Het bevoegd gezag verstrekt aan de directeur en de personeelsleden die op de datum van inwerkingtreding van deze wet in dienst van het bevoegd gezag zijn, een op die datum ingaande benoeming in algemene dienst.
9
In aanvulling op artikel 49 van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs wordt zolang een of meer nevenvestigingen als bedoeld in artikel X aan een instelling zijn verbonden, met betrekking tot die instelling in artikel 49, eerste lid, onder i, van de genoemde wet voor "een andere school of andere scholen" gelezen "een andere school, instelling, hoofdvestiging of nevenvestiging, dan wel andere scholen, instellingen, hoofdvestigingen of nevenvestigingen".


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •